Depressie – Winterblues
De aandoening heeft te maken met de seizoensvariaties in licht waardoor onze biologische klok verstoord raakt en niet meer ‘gelijk loopt’ met het daglicht. De moeilijkste maanden zijn doorgaans januari en februari.
Van een depressie heeft iedereen wel eens last wanneer het dagenlang somber weer is. Maar naar schatting één op tien tot twintig mensen hebben hiervan zoveel last hebben dat ze moeite hebben om nog normaal te functioneren.
Vrouwen hebben om een of andere reden vier maal meer last van een winterdepressie dan mannen. Winterdepressies komen iets frequenter voor in noordelijk gelegen landen in vergelijking met zuiderse landen met meer zonlicht, maar ook in Italië wordt het percentage geschat op ong. 10 procent. Misschien zijn mensen uit noordelijke landen genetisch beter aangepast aan het tekort aan licht. Wel lijken winterdepressies meer voor te komen in families met een verleden van alcoholmisbruik.
Symptomen
•men voelt zich lusteloos en moe,
•men is prikkelbaar, overdreven angstig,
•concentratieproblemen,
•overdreven eten en slapen
•gewichtstoename
•een onbedwingbare zin in zoetigheden
Er bestaan enkele opvallende verschilpunten tussen niet-seizoensgebonden depressies en winterdepressies. Iemand met een niet-seizoensgebonden depressie voelt zich ook voortdurend moe, maar kan -in tegenstelling tot iemand met een winterdepressie – de slaap niet vatten. Ze zijn moe omdat ze onvoldoende slapen (ze willen wel, maar ze kunnen niet), terwijl de winterdepressieven moe zijn ondanks vele uren slaap.
Een tweede verschilpunt is de trek in zoetigheid, die typisch is voor een winterdepressie. Wie lijdt aan een niet-seizoensgebonden depressie heeft helemaal geen eetlust, en zal eerder vermageren in plaats van te verdikken.
Meer info en hulp op: http://www.gezondheid.be/